In 1878, bijna anderhalve eeuw geleden dus, trekt Victor Diegenant in Merelbeke met de hondenkar naar de lokale boeren en kwekers om een voorraad kippen en konijnen op te slaan. Die verkoopt hij in zijn winkeltje in de St. Lievenspoortstraat in het Gentse stadscentrum.

De zaken lopen goed en de hond wordt al snel vervangen door een paard en een grotere kar.

In 1920 neemt Jules, de zoon van Victor de handel over en die bouwt Huis Diegenant verder uit tot een kwalitatief hoogstaande familiezaak.

Op haar 23^ste wordt Jules’ dochter, Virginia, in 1963 zaakvoerder van de poelierszaak.

Haar beide ouders overlijden onverwacht en kort na elkaar.

Gelukkig heeft Virginia op haar 17^de haar toekomstige echtgenoot, zakenpartner en beste vriend Marc Vander Steene leren kennen.

Aan de voordeur blijkbaar ….

Samen met Marc en later ook met schoonzoon Kristof Vergauwe, slaagt Virginia er tot op de dag van vandaag in om aan de verwachtingen van haar klanten te beantwoorden en soms zelfs te overtreffen.

Een perfecte klantenservice is daarbij de grote motor,  uiteraard naast de kwaliteit van de dagverse producten.

De vedetten binnen het aanbod van Huis Diegenant zijn nog altijd de hoevekippen en het opgevulde gevogelte.

Virginia: “Vanaf mijn veertiende sta ik voltijds in de zaak. Mijn vader heeft me alles geleerd: dieren ontbenen, villen, proper maken, versnijden. Ik ben opgegroeid tussen de dieren. Toen we nog zelf mochten slachten, zaten hier levende kippen.

Marc: “Onze klanten zijn ons heel trouw. Sommigen komen al generaties lang. We zijn dan ook een unicum: poelier is een uitstervend ras. Dankzij onze schoonzoon Kristof is onze opvolging verzekerd.”

Virginia: “Onze winkel is een ontmoetingsplaats. Gezellig geroezemoes, babbeltjes met de klanten… Fantastisch! Ermee stoppen staat nog lang niet op de agenda!”

En mocht de tijd van gaan toch komen, dan staat de vierde generatie in de persoon van schoonzoon Victor klaar om deze kostbare culinaire traditie voort te zetten.