In een eigen moestuintje kweekt het jongetje Danny de Winter, opgroeiend in een echte tuiniersfamilie, zijn eerste groentjes en vruchten.

De passie die hij voelt voor tuinbouwproducten zit er bij hem levenslang ingebakken.

Iedereen in zijn omgeving vindt het dan ook logisch dat hij jaren later samen met zijn vrouw Katrien een groenten- en fruitwinkel start in Brugge.

Al spoedig specialiseert Danny zich in het maken van confituur. In weinig of geen tijd kan hij zijn klanten dan ook meer dan 100 (!) confituursoorten aanbieden.

De bijval die hij bij zijn klanten ervaart is dan ook een reden om zich verder te specialiseren in het maken en verkopen van heerlijke confituren.

Daarvoor moet hij zijn atelier in Brugge wel ruilen voor een grotere locatie in het landelijke Ruddervoorde dat de naam Het Landhuys krijgt.

Zijn confituren maakt Danny er nog steeds met de hand maar wel in een professioneel ingerichte grootkeuken.

De winkel in Brugge wordt overgelaten maar draagt nog altijd de naam Jam Jam van het Landhuys.

Op het domein van Het Landhuys komen teelt en productie zichtbaar samen want naast het atelier bevinden zich serres, een moestuin en een boomgaard met meer dan 70 oude fruitbomen.

De winkel in de Brugse binnenstad met achter de toonbank Aldo Laevens is een echte attractie met misschien wel duizend Jam Jam confituurpotten en zorgt er ondertussen voor dat de confituren van Jam Jam ver buiten Brugge bekend worden.

En Danny en Katrien hebben ondertussen hun passie voor confituur en vruchten ook ‘vereeuwigd’ in een boek waar enkele van hun geheime recepten uit de doeken worden gedaan.